In mooi
Nederlands heet het deugdelijk bestuur. Vaker kennen we het onder zijn Engelse
naam: ‘Corporate Governance’. Werkgeversorganisaties promoten het uitvoerig. En
toch maken nog altijd heel weinig KMO’s er gebruik van. Waarom niet?
Het
antwoord lijkt voor de hand liggend. Welke eigenaar-ondernemer zal uit eigen
vrije wil zijn beslissingsmacht uit handen geven aan een raad van bestuur? Wie
haalt zich een spreekwoordelijke schoonmoeder op de hals waaraan hij niet
alleen verantwoording moet afleggen, maar die ook nog eens het snelle
beslissingsproces blokkeert en moeilijk doet over de kleinste futiliteiten? Het
antwoord is kort en overduidelijk: niemand.
Maar
waarom wordt deugdelijk bestuur dan zo gepromoot? En hoe komt het dat de principes
van deugdelijk bestuur bij grotere ondernemingen in het beleid zit ingebakken?
Het antwoord is bedrieglijk eenvoudig: omdat het daarnet geschetste beeld geen
‘Deugdelijk Bestuur’ is, maar de onterechte karikatuur die er vaak onbewust van
wordt maakt.
Het
is inderdaad zo dat deugdelijk bestuur gebruik maakt van een actieve raad van bestuur
(of de lichtere variant, de raad van advies) waarin minstens één en liefst zelfs
meer externen zetelen. Maar daar stopt elke gelijkenis met het hoger geschetste
beeld.
Er
zijn nogal wat elementen die hebben meegeholpen aan het ontstaan van dit
hardnekkige vooroordeel. Het begint bij de terminologie. Het begrip ‘Deugdelijk
Bestuur’ wekt de indruk dat de bedrijfsvoering voor het invoeren ervan
eigenlijk niet- of ondeugdelijk zou zijn. En dat voelt alvast aan als een
verwijt.
Maar
de misvatting ligt ook bij de ondernemer zelf. Ondernemers hebben vaak een
uitgesproken karakter en een even categorieke mening die nog worden versterkt door
een ‘hands-on’ mentaliteit. Die aanpak vraagt dat alles zo snel mogelijk
gebeurt, zonder al te veel discussie of overleg. Hun bloeiend bedrijf is het
beste bewijs van hun gelijk. In zo’n context wordt een andere visie als een
bedreiging of op zijn minst als hinderlijk ervaren. De mening van een externe
wordt daarom vaak weggelachen of overbluft door de ervaren eigenaar-ondernemer
die op zijn terrein altijd steviger staat dan een externe. Ten onrechte.
Deugdelijk
bestuur gaat eigenlijk niet om het opvangen van de tekortkomingen van de
eigenaar-ondernemer of om het installeren van een toezichthouder. De echte
meerwaarde van deugdelijk bestuur is de externe kijk die het de ondernemer
biedt. Hij krijgt de gelegenheid om op een heel andere wijze te kijken naar
zijn eigen producten, klanten en bedrijfsorganisatie. Met een blik die iemand
in de dagelijkse praktijk staat nooit zal hebben. Niet omdat hij of zij onvoldoende
talent zou hebben, maar gewoon omdat men te dicht op de werkelijkheid staat en daardoor
een soort bedrijfsblindheid ontwikkelt.
Daarnaast
verhelpt deugdelijk bestuur ook aan wat men in het jargon nogal eens
‘bloedarmoede’ noemt. Vers bloed zorgt voor nieuwe frisse ideeën en
methodieken. Precies om die reden
zetelen externen liefst voor een beperkte periode. Daarna is het tijd voor een
nieuwe insteek. Hoezeer deugdelijk bestuur gericht is op de ideeën wordt met
een knipoog wel eens geïllustreerd met het NIFO-principe. NIFO staat voor ‘nose
in, fingers out’. Een bestuurder mag wel meekijken en meedenken, maar hij
blijft ver weg van de operationele werking.
Een
heel belangrijke taak die is weggelegd voor externe bestuurders/adviseurs
binnen een familiaal bedrijf, is het helpen aansturen van het vaak complexe traject
van de generatiewissel. Een neutrale en objectiverende kijk is meer dan welkom
om de continuïteit van de onderneming in dit scharniermoment te vrijwaren.
Wil
deugdelijk bestuur echt functioneren dan betekent dit wel dat de eigenaar-ondernemer
zich moet leren openstellen voor de visie van anderen. Ook van externen die
zijn bedrijfssector niet zo goed kennen (wat overigens een voordeel is). Het
betekent dat er niet meer impulsief wordt beslist wanneer dat toevallig goed
uit komt, maar dat er ruimte is voor overleg. Deze open geest komt er niet
vanzelf. Omdat het zo goed staat, of omdat de familie er op aandringt,
beslissen sommige ondernemers toch maar tot het installeren van een raad van
bestuur/advies met externen. Vaak zonder succes. Precies omdat de noodzakelijke
openheid er niet is.
Het
beste advies is vaak om geleidelijk te komen tot het invoeren van een raad met
externe bestuurders of adviseurs. Wie het invoeren van deugdelijk bestuur
overweegt, kan bij wijze van opwarmer, best eens een paar buitenstaanders met
een interessant profiel uitnodigen in een goed restaurant. Bij het dessert is
al duidelijk hoe open de ondernemer zich kan stellen voor andere meningen.
Bovendien krijgt hij een beter zicht op het type externe bestuurder dat hem het
best ligt. Sommige houden van een confronterende stijl, anderen verkiezen de
vragende, indirecte stijl van de jezuïet. Als volgende stap kan een extern
adviseur naar een aantal bedrijfsprocessen kijken. Het is opnieuw een oefening
in het omgaan met extern advies. Tegelijkertijd wordt het management
klaargestoomd voor het werken met een raad van bestuur: de juiste informatie wordt
efficiënt gecentraliseerd en er is een goede structuur om de beslissingen van
de raad goed uit te voeren.
Het
juist model van deugdelijk bestuur hangt niet dus alleen af van de
ontwikkelingsfase en complexiteit van het bedrijf, maar bij uitstek ook van de
persoonlijkheid van de ondernemer. Zeker in familiale ondernemingen.
Deugdelijk
bestuur zorgt per slot van rekening voor betere beslissingen. En dus voor
hogere en meer zekere inkomsten. Een werkend model is goud waard. Letterlijk.
En om daartoe te komen is een restaurantbezoek een zeer bescheiden investering.
(c) Geheel of gedeeltelijke overname van deze tekst is niet toegestaan zonder voorafgaandelijke toestemming van de auteur.
Voor meer
informatie :(c) Geheel of gedeeltelijke overname van deze tekst is niet toegestaan zonder voorafgaandelijke toestemming van de auteur.
Guy Jans is adviseur familiebedrijven. Hij was voorheen jarenlang CEO van een Belgisch familiebedrijf dat marktleider is in de distributie van afwerkmaterialen voor de bouw. Hij is door de Vlaamse Overheid geregistreerd als erkende dienstverlener voor de pijlers Advies en Strategisch advies.
guy.jans@hancon.be www.hancon.be +32(0)475/75.84.83