Veel ondernemers stellen
ongelukkig vast dat hun bedrijf vlak na de verkoop of de overname door familie
plots een hoge vlucht neemt: de omzet schiet de hoogte in en het orderboekje
vult zich sneller dan voorheen. Allemaal hebben de gewezen CEO’s dezelfde
reflex:” heb ik het bedrijf misschien op het foute moment van de hand gedaan?”.
In bijna alle gevallen is er een andere uitleg. Eén die niet noodzakelijk meer
troost biedt.
Een bedrijf doet het jaren goed. Het heeft een behoorlijke omzet, en vaak is er ook een rustige, maar gestage groei. De bedrijfsleider wordt echter een jaartje ouder en besluit zijn bedrijf van de hand te doen. Of het nu een externe koper wordt, of familiale opvolging, vlak na de overdracht doet zich vaak eenzelfde fenomeen voor: het bedrijf lijkt een tweede adem te vinden en groeit beter dan voorheen. Het bezorgt de overlater in nogal wat gevallen een wrange nasmaak.
Er is een uitleg voor dit
fenomeen. Het gaat niet om een conjunctuurwijziging. En ook niet om de betere
(management-)kwaliteiten van de opvolgers. De oud-ondernemer ligt zelf vaak aan de
grondslag van de groeispurt. …
Hoe kan dat?Om te beginnen is de ene groei de andere niet. In weerwil van wat men zou denken, is groei niet altijd een teken van goed management. Je hebt bedrijven die groeien door toeval. Ze zijn actief in een markt die zo snel groeit dat hun bedrijf gewoon wordt meegezogen. Vele installateurs van zonnepanelen zijn een mooi voorbeeld van zo’n effect. Toen de markt aantrok groeide iedereen in de markt. Nu de markt structureel verandert door de afbouw van de subsidies zal duidelijk worden wie strategisch denkt en zich kan heroriënteren. Echter groeiers evolueren sneller dan de markt en halen rendementen die hoger liggen dan wat de markt gemiddeld doet.
Welnu, bedrijven in een
overnamefase worden van marktvolgers ongemerkt vaak strategische groeiers. En
dat heeft alles te maken met de wijziging die de eigenaar/CEO/overlater
ondergaat. Zijn leven lang is de eigenaar bezig met zijn bedrijf. Alles loopt
via hem. Er wordt geen beslissing genomen voor hij – of zij- er zijn zegen over
heeft gegeven. Veel kennis is impliciet aanwezig. Dat wil zeggen, in het hoofd
van de bedrijfsleider.
Nu de bedrijfsleider zich op
maakt om uit de actieve leiding van het bedrijf te stappen, moeten heel wat
organisch gegroeide procedures op papier worden vastgelegd. Heel wat kennis en
knowhow wordt overgedragen aan medewerkers. De structuur, kortom, die vroeger
alleen bestond in het hoofd van ‘de baas’, wordt nu voor iedereen duidelijk. En
de haperingen en foutjes worden er tegelijk uit weggewerkt.
Door die overdracht ontstaat
er een tweede aspect dat wezenlijk bijdraagt tot de onverwachte, nieuwe groei:
de eigenaar neemt afstand van de dagelijkse werking. Er gebeurt iets
wonderlijks. De CEO-ondernemer leert denken als investeerder. De dagelijkse
werking van de onderneming komt in andere handen. En plots is er tijd om echt
strategisch te denken. De investeerder onderzoekt verschillende mogelijkheden
en overweegt zelfs nieuwe invalshoeken die bij zijn managementstijl passen. De
last van uitvoering ligt immers toch niet meer bij hem.
De afstand tot het
dagdagelijkse management maakt het ook voor andere stakeholders gemakkelijker
om keuzes binnen het bedrijf “in vraag te stellen”. Het
niet-te-lang-denken-maar doen van de pionier maakt plaats voor op feiten
gebaseerde managementkeuzes. Plots is er tijd voor een echt business plan en de
CEO-ondernemer stuurt zijn team gericht aan, eerder dan dat hij brullend
vooraan ‘ten aanval’ blijft roepen. Het bedrijf wordt delegeerbaar en geraakt
zo georganiseerd dat de business –o wonder- operationeel zonder hem kan.
De hier geschetste
geschiedenis is niet uitzonderlijk. Ze stelt zich dagelijks in heel wat bedrijven. Uiteindelijk is dit jammer. Jammer van de verloren tijd. Want als de
CEO-ondernemer de mentaliteit van investeerder had aangenomen toen hij nog maar
net met de activiteiten begon en er geen haar op zijn hoofd dacht aan
overdracht, dan had zijn bedrijf meer groeikansen gehad. En hijzelf meer
gelegenheid om te doen wat het bedrijf echt van hem verwacht: strategisch
denken over de toekomst.
Er is een tweede voordeel
aan een vroege overdraagbaarheid. De structuur zit van bij het begin beter in
elkaar. Er is plaats voor meer meningen. In familiale bedrijven is er vaak ook
meer plaats voor de visie van externen. Vaak onbewust, voldoet de onderneming
beter aan de basisregels van corporate governance. En ook dat vertaalt zich in
een betere, aangenamere en rendabelere werking.
Niet het risico dat je van
de trap dondert is de belangrijkste reden om je bedrijf vanaf de oprichting zo
te organiseren dat het van de ene dag op de andere kan worden overgedragen.
Maar net het zeer grote risico dat je heelhuids beneden geraakt, en een leven
lang aan het hoofd staat van een onderneming. Een onderneming die een echt
hoofd verdient. En nodig heeft.
Deze tekst werd geschreven door mij en mijn gewaardeerde collega Matty Paquay. Geheel of gedeeltelijke overname is niet toegestaan zonder voorafgaandelijke toestemming van de auteurs.Voor meer informatie :
Guy Jans Matty Paquay
Adviseur Familiebedrijven Partner van Groeibedrijven
www.hancon.be www.paquay-group.com
guy.jans@hancon.be matty@paquay-group.com
+32(0)475/75.84.83 +32(0)473/24.56.79
Geen opmerkingen:
Een reactie posten